Innoveren, zo doen we dat!
Voordat een vernieuwing in al onze verpleeghuizen is ingeburgerd, gaat er heel wat aan vooraf… Soms lukt een innovatie, soms ook niet. Hoe komen onze innovaties tot stand? En hoe zorgen we ervoor dat we ze ook écht gebruiken? Het innovatieteam van tanteLouise legt het uit.
Traject
Een briljant idee is in de ogen van tanteLouise nog geen succesvolle innovatie. Pas als dat idee in praktijk is gebracht en op meerdere locaties succesvol wordt ingezet, is de innovatie geslaagd. Innovatieprojecten lopen lang niet altijd zoals vooraf bedacht. De kunst is om daarvan te leren en een traject bij te sturen. Of in sommige gevallen, gewoon te stoppen. Ook dat hoort bij innoveren.
Win-win
Een innovatie bij tanteLouise is het liefst een win- win- winsituatie. Dat wil zeggen: de bewoner of cliënt heeft er wat aan, het cliëntgeluk staat immers voorop. Daarnaast heeft de medewerker er baat bij. Omdat de techniek het werk makkelijker en/of lichter maakt. Tot slot moet dit alles wel betaalbaar blijven.
Honingraatmodel
Om enige grip te houden op het innovatie, heeft tanteLouise een werkwijze ontwikkeld die is gebaseerd op het honingraatmodel van kennisinstituut Vilans. Hoe dat werkt, leggen onze collega's uit in onderstaand filmpje:
Het honingraatmodel
-
Hier begint innovatie. Vaak is het startpunt een actueel of toekomstig knelpunt. In deze stap nemen we dat knelpunt nader onder de loep. Het gaat er hier om dat we het juiste ‘probleem’ weten te identificeren. De vraag achter de vraag. Het kan in deze stap ook voorkomen dat we letterlijk een nieuwe vraag of behoefte bedenken; ook wel de latente behoefte genoemd. Een latente behoefte is een onzichtbare behoefte: de behoefte bestaat, maar men is zich er (nog) niet van bewust.
-
Nadat het knelpunt of de vraag helder is, starten we met een verkenning. Het innovatieteam van tanteLouise volgt alle ontwikkelingen op de voet en hebben overal hun voelsprieten uitgestoken. Vervolgens is het de kunst om een ‘match’ te maken tussen het knelpunt en de mogelijke oplossingen. Als die ‘match’ er is, stappen we door naar de uitprobeerfase.
-
In de uitprobeerfase gaan we samen met collega’s van tanteLouise én de leverancier testen, testen, testen en onderzoeken. Het criterium: het moet nuttig en goed zijn voor cliënt én medewerker. Voldoet het? Dan gaan we ermee verder, anders niet. We zouden deze fase ook wel de pilotfase kunnen noemen.
-
Als we er vertrouwen in hebben, gaan we de innovatie gebruiken. Dat noemen we ook weleens ‘uitrollen’ of ‘implementeren’. Niet meteen op ál onze locaties. Vaak nemen we eerste een innovatie wat langdurig in gebruik, daarna stappen we door naar ander locaties. Dat noemen we dan weer ‘opschalen’.
Hier komen de projectleiders van tanteLouise in beeld. Samen met de innovatieadviseurs helpen zij collega’s om met een nieuwe techniek te gaan werken.
-
Vervolgens delen we onze ervaringen. Met elkaar, bijvoorbeeld door trainingen op locatie of in tante’s Zorglab. Maar ook met collega-zorgorganisaties in binnen- en buitenland. Bijvoorbeeld met een bedrijfsbezoek in tante's Zorglab, met een van onze samenwerkingspartners of via Anders Werken in de Zorg. We doen ook onderzoek naar onze innovaties: hebben ze wel het gewenste effect? Wat kan beter? Wat is nog nodig voor het gebruik? Alle ervaringen gebruiken we om te blijven verbeteren. Of om weer op zoek te gaan naar nieuwe oplossingen.